Duurzame verfrissing van de frisdranksector hard nodig
Niets is verfrissender dan een blikje of flesje ijskoude frisdrank. De manier waarop tijdens de productie van vele populaire frisdranken rekening wordt gehouden met mens en milieu is echter niet altijd even sprankelend. Frisdrankmerken hebben te maken met verschillende uitdagingen op het gebied van duurzaamheid, zoals het minimaliseren en verduurzamen van hun energie- en watergebruik, het overwegen van duurzame of gerecyclede verpakkingen en het inkopen van eerlijk geproduceerde suiker en andere ingrediënten voor hun frisdranken. Het onlangs door Rank a Brand verrichte onderzoek naar duurzaamheid in de frisdranksector laat zien dat nog maar weinig frisdrankmerken laten zien deze uitdagingen aan te gaan.
Rank a Brand heeft voor dit sectoronderzoek 29 frisdrankmerken onderzocht op kenmerken van duurzaam ondernemen. Daarbij is gekeken naar de aanwezigheid van door het frisdrankmerk publiekelijk vrijgegeven beleid dat laat zien dat het merk zich voorneemt te opereren zonder daarbij het klimaat, het milieu en arbeidsrechten te schenden. Hieruit blijkt dat slechts één merk – Lemonaid – een B-label heeft behaald, terwijl 26 van de 29 merken met een E- of D-label onderaan blijven hangen. Over het algemeen laat dat dus zien dat er nog veel verbeterd kan worden op het gebied van duurzaamheid in de frisdranksector en het duidelijk rapporteren daarover.
De koplopers
Lemonaid, een Duits merk, is veruit het best presterende merk uit deze sectorranking met een score van 14 van de maximaal haalbare 24 punten. Lemonaid behaalde voornamelijk veel punten op het gebied van arbeidsrechten, maar ook scoorde het merk punten met het inkopen van milieuvriendelijk gecertificeerde suiker en andere grondstoffen voor haar frisdranken. Na Lemonaid scoorden twee andere Duitse merken, Bionade en Premium-Cola, het beste met een C-label door 11 van de 24 punten te behalen. Bionade sprong eruit door haar milieubeleid en Premium-Cola door diens beleid voor arbeidsrechten.
Algemene trends
Zoals gezegd scoort de frisdranksector over het algemeen slecht. Veel merken hebben al wel diverse beleidsstukken opgesteld ten behoeve van klimaatbescherming, milieuvriendelijkheid en respect voor arbeidsrechten, maar laten vervolgens niet duidelijk zien hoe zij dit beleid tot uitvoering brengen. Over het daadwerkelijke (duurzame) gedrag van een merk zegt zo’n beleidsstuk dus vooralsnog onvoldoende. Veel van de beoordeelde merken vallen onder grotere merken waardoor scores van die dochtermerken overeenkomen met het ‘moedermerk’. Zo behaalden de merken die onder Coca-Cola (Fanta, Sprite en Fernandes), PepsiCo (7UP en Punica), Dr Pepper en Red Bull vallen allemaal een D- of E-label. Twee merken scoorden zelfs nul punten, namelijk Raak en The Original London (Tonic).
In concrete getallen blijkt dat 18% van de frisdrankmerken rapporteert over een reductie of compensatie van hun klimaatvoetafdruk van ten minste 10% in de afgelopen vijf jaar. Slechts twee merken – Bionade en Premium-Cola – rapporteren volledig genoeg over hun hernieuwbare energieverbruik om punten toe te kennen in de uiteindelijke score. Tenslotte blijkt dat, hoewel 42% van de merken een beleid heeft voor eerlijke arbeidsrechten, maar één merk laat zien al diens ingrediënten daadwerkelijk sociaal gecertificeerd in te kopen, namelijk Lemonaid.
NB. Deze blog is geschreven in opdracht van Rank a Brand, en vrij vertaald naar een Engelstalige versie, zie link.